Ik kom terug - Adriaan van Dis
Algemene informatie
Titel: Ik kom terug
Auteur: Adriaan van Dis
Uitgeverij: Uitgeverij Atlas Contact
Uitgegeven: 2014
Aantal pagina’s: 288
Oorspronkelijke taal: Nederlands
Genre: Psychologische roman
Thema: Tweede Wereldoorlog, de dood, geheimen
Prijzen: Winnaar Libris Literatuur Prijs 2015
De auteur
De schrijver van dit boek is Adriaan van Dis. Adriaan is een Nederlandse auteur, televisiepresentator (je zou hem kunnen kennen van onder andere De Wereld Draait Door, van Dis in Indonesië en van Dis in Afrika) en journalist.
Adriaan van Dis publiceerde, ook al tijdens zijn studie, bij NRC Handelsblad. Later werd hij hier redacteur van. Pas in 1983 werd Adriaan “echt” ontdekt. Hij schreef Nathan Sid, wat zelfs zorgde voor een Ezelsoor! (Een ezelsoor is een prijs voor het allerbeste verkochte literaire boek). Sindsdien zijn er al diverse andere werken van hem gepubliceerd.
Rond de jaren negentig schreef hij vooral over reisliteratuur. Daarbij moet je denken aan boeken als “Het beloofde land” en “In Afrika”. Sindsdien groeide zijn succes met het jaar.
Aan het einde van 2014 publiceerde hij zijn kersverse boek “Ik kom terug”, een erg succesvol boek, want hij heeft er de Libris Literatuur Prijs 2015 mee gewonnen. Dit is trouwens niet de eerste keer. Eerder werd hij al bekroond met de Gouden Uil in 1995, ontving de Trouw Publieksprijs, won de AKO-prijs en de Aristeion-prijs. Het is dus niet zo gek dat zijn werk in vele talen is vertaald.
Gebruikte bron:http://nl.wikipedia.org/wiki/Adriaan_van_Dis
Twee recensies
Een leven mooi verwoord
Recensie door Mandy Kraakman
De moeder van Adriaan van Dis, Marie, loopt tegen de honderd en woont in een rusthuis. Ze loopt steeds moeilijker en heeft een vleesboom in haar maag, die ze altijd bedekt met een kussen. Haar aftakeling gaat gepaard met het verval van haar woning. Een oude vrouw in een oude woning. Ze wil niet meer. Doorleven klinkt haar als een doodvonnis in de oren. Toch houdt ze vol. Ze wil haar verhalen nog kwijt: ‘Een dode moet licht reizen’. Ze is er nu klaar voor om na jaren zwijgen haar lange geschiedenis te vertellen: over Indië, de oorlogen die ze heeft meegemaakt en de grote verliezen die ze heeft geleden. Maar dit alles op haar manier en in haar eigen tempo.
Adriaan van Dis, die tot dan toe weinig contact met zijn moeder had, komt vanuit Parijs terug naar Nederland. Hij begint haar te bezoeken. Eerst één keer per week, maar al gauw nemen de bezoekjes in aantal toe. Ook zijn telefoon gaat regelmatig over: zijn moeder die zich weer wat herinnert, een boodschappenlijstje voor hem heeft, of die hem opnieuw vraagt of hij geen pil voor haar kan regelen waardoor het allemaal gauw afgelopen kan zijn. Wanneer zijn moeder verder achteruit gaat, besluit Van Dis in te trekken in een gastenkamer van het rusthuis. In die tijd ziet hij haar elke dag. Samen aan het ontbijt, samen de krant lezen. En alles wat ze vertelt wordt door hem nauwkeurig opgeschreven.
Ik kom terug is een autobiografisch getinte roman. De grote lijnen komen overeen met de gebeurtenissen in het leven van Adriaans moeder en zijn familie, maar hoeveel precies waar is van wat Marie vertelt, weet je niet. Adriaan zelf weet ook niet hoeveel hij moet geloven van de verhalen van zijn moeder. Dat is ook niet belangrijk. In het boek gaat het om hun verhouding. Uit het verhaal komt een pijnlijke zoektocht naar boven van een zoon die, nog steeds, op zoek is naar de waardering en liefde van zijn moeder. Haar ervaringen en belevenissen hebben haar hard gemaakt. Ze schrikt terug voor een aanraking en wil het niet over persoonlijke gebeurtenissen hebben. Al helemaal niet over haar tijd in het Jappenkamp. Maar nu haar einde voelbaar dichterbij komt, begint ze te praten. Duidelijk wordt dat ze geen warme moeder voor Adriaan is geweest.
Toch komen er ook verhalen boven waaruit duidelijk wordt dat ze wel een leuke vrouw kon zijn. Met behulp van zijn psychologe (her)ontdekt Adriaan van Dis de leuke kanten van zijn moeder en de grappige verhalen die ermee gepaard gaan. Ondanks het zware onderwerp, is Ik kom terug vanaf het begin humoristisch. Adriaan van Dis schrijft alles op: telefoongesprekken, brieven en de monologen die zijn moeder houdt. Losse herinneringen. Fragmenten uit een bewogen leven. De voorgeschiedenis van de verhalen die ze vertelt is nog onbekend, maar wordt duidelijker naarmate het boek vordert.
Adriaan van Dis debuteerde in 1983 met Nathan Sid, waarvoor hij in 1984 het Gouden Ezelsoor ontving. In dit boek komen zijn familie en zijn Indische jeugd ook aan bod. Het is duidelijk dat zijn hele familie getekend is door de oorlog. Zijn vader, getraumatiseerd door de oorlog, slaat Adriaan regelmatig. Zijn moeder kijkt op deze momenten de andere kant op. In zijn andere boeken krijgt zijn vader vaak een grote rol toebedeeld, maar in dit boek is de hoofdrol weggelegd voor Marie.
Ook al vormt de familiegeschiedenis vaak de basis voor zijn boeken, toch vraagt Adriaan van Dis zich in het boek meerdere malen af of hij er goed aan doet om alles op te schrijven. ‘Waarom gunde ik haar niet haar geheimen?’ Hij wil doorvragen, gevoelige onderwerpen aansnijden, maar hij wil haar ook niet kwetsen. Samen stellen ze een contract op: hij zijn verhaal en zij een pil.
Het is een heel mooi boek geworden. Bij vlagen ontroerend, humoristisch, soms zelfs een beetje plat en dan weer hoogdravend. Terwijl je door het leven van de moeder bladert, begin je de hardheid en afstandelijkheid steeds beter te begrijpen doordat duidelijk wordt waar ze vandaan komt en wat ze heeft doorgemaakt. Het ene moment voel je sympathie voor deze vrouw en het andere moment snap je compleet de frustratie van haar zoon. Een leven mooi verwoord.
Soms was het een oprecht slecht mens
Recensie door Coen Peppelenbos
‘Jij een verhaal, ik een pil.’ Dat is de deal die wordt gesloten tussen Adriaan van Dis en zijn moeder. Van Dis wil de verhalen weten over vroeger: hoe zij was als meisje, wat er precies gebeurde in Nederlands-Indië en hij wil ook doorgronden waarom zij wegliep als zijn vader hem strafte. Bovendien wil hij weten wat er in die afgesloten kist zit die al vanaf zijn jeugd herbergt wat verborgen moet blijven. En zij wil gewoon dood.
Ik kom terug is een van de ‘moederboeken’ die de afgelopen tijd is verschenen. In het oeuvre van Van Dis is het – meer dan Nathan Sid, Indische duinen en Familieziek, de meer gefictionaliseerde autobiografische boeken – het eerste boek dat louter om de moeder draait en bovendien wordt het boek meer dan ooit als (auto)biografie gepresenteerd. ‘Eerlijk zijn,’ staat er in hoofdstuk 5 tot zes maal toe. ‘Eerlijk zijn. Nu.’
Dat de moeder, opgegroeid tussen de boeren aan de grens met België trouwt met een Indonesische man is al een schok voor iedereen. In Nederlands-Indië krijgt ze te maken met een merkwaardige vorm van racisme: als gemengd duo horen ze niet echt bij de blanke Nederlanders, maar de Indonesiërs zelf houden ook afstand. De Japanse bezetting zet een streep door alles. Zij wordt met haar dochters opgesloten in een Jappenkamp, haar man blijkt na de bezetting te zijn vermoord. Ze begint een nieuwe relatie met een man die de verschrikkingen van de oorlog ook heeft ondervonden en die net als haar eerste man Just heet. Hij wordt de vader van Adriaan.
In de eerder genoemde werken van Van Dis draait het vaak om de geïsoleerde positie die de naar Van Dis gemodelleerde hoofdfiguur innam in het gebroken gezin dat in Nederland was gerepatrieerd. De zoon die Nederlands-Indië niet meegemaakt had en als koekoeksjong tussen de anderen stond zonder dat hij in staat was om echt te doorgronden wat de anderen hadden meegemaakt. Je maakt deel uit van de familie en tegelijk ook niet.
Het probleem dat ik met Ik kom terug heb, is dat de verteller nog steeds vanuit een verongelijkte positie reageert en dan ook nog in heel lelijke taal: ‘De wanhoop uit mijn jongensjaren kwam terug.’ ‘Op mijn negentiende verliet ik het ouderlijk huis en likte de wonden van de moederliefde.’ Op die zin volgt: ‘Sindsdien hield ik afstand, als ik iets van haar had geleerd was het dat wel.’ Zo wordt de moeder door de schrijver continu geportretteerd, geframed zou je tegenwoordig moeten zeggen: als een koude, afstandelijke vrouw en daarmee zit de verteller nadrukkelijk tussen het verhaal van de moeder en de lezer, want je wordt gedwongen om in die interpretatie van de verongelijkte zoon mee te gaan. Wat citaten op een rijtje:
Haar stem klonk vertrouwd, maar die toon? Zonder enige emotie. Toch schreef ik alles op. Net zo kil.
Ook haar hardheid raakte me – wat een overlever was het toch. Maar al bij de eerste aanraking trok ze haar handen terug onder tafel.
Mijn moeder werd onmogelijk.
Onze woede hield me in z’n greep. Woede is ook liefde, tastbaar in de nacht.
Ik dacht dat ik het allemaal achter me had gelaten, maar ik ben nog steeds een aanhankelijke zoon op zoek naar een liefhebbende moeder.
Ik kromp tot knecht. Maar mijn hand verlangde naar een zweep.
Ja, soms was het een oprecht slecht mens.
Pas op het einde van haar leven en het boek wordt de moeder wat scheutiger met verhalen over haar verleden. In een brief van een Duitse arts – een huisvriend en wellicht een minnaar van de moeder, die ziek en uitgemergeld is teruggekeerd van de Birma-spoorlijn waar hij als chirurg in een hospitaal de wreedheid van de Japanners meemaakte – krijg je even een glimp van de onnoembare hardheid van haar verleden. Van Dis komt ‘s nacht niet in slaap en denkt terug aan zijn jeugd en aan het oorlogstrauma van zijn vader.
En ik maar stompen en trappen en schreeuwen. Wou weten en nu ik wist, wist ik niet wat het met me deed. […] Ik vocht mijn eigen oorlog. Altijd al. Kwartiertje in de ochtend, kwartiertje in de middag en ‘s nachts om drie uur een kwartiertje. Als miljoenen wakker liggen. Alleen.
Ik kom terug is geen moederboek. Het is opnieuw het boek van een zoon die niet is opgewassen tegen het verleden van zijn ouders. Die onmachtig blijft, omdat zijn eigen sores in de schaduw blijft staan van het leed van de anderen. Dat is de blik waarmee je dit boek leest. Het echte moederboek moet hij nog schrijven, maar dan moet hij zichzelf uit dat verhaal schrappen.
Mening
Een prachtig boek, makkelijk leesbaar en ontzettend mooi. Dat is meestal wat je zegt als je een boek leuk vond en aan iemand wilt gaan aansporen tot lezen. Maar ik vind dat dit boek chiquere woorden verdiend dan prachtig, makkelijk en mooi. Het heeft namelijk niet voor niets de Libris Literatuur Prijs 2015 gewonnen. Dé prijs. Dat zegt toch echt al genoeg in mijn ogen.
Persoonlijk vind ik het wel een diepgaand boek. Het gaat over het constante gevecht dat de schrijver heeft met de geheimen van zijn moeder. Ik ben van mening dat de verhaallijn in het boek goed past in onze samenleving, maar ook die van vroeger. Er zullen vast een aantal bluffende zinnen in zitten, maar dat doet iedere schrijver en dat is ook leuk. Dat zorgt voor meer diepgang.
Bovendien is Ik kom terug een verhaal met veel facetten. De emoties die daarbij worden beschreven zijn serieus, maar worden soms op een hilarische wijze beschreven. Het is knap hoe hij zich zo kwetsbaar kan opstellen, want kwetsbaarheid begint bij moed om jezelf te laten zien.
Kortom: lezen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten