Is dit een mens - Primo Levi
Algemene informatie
Titel: Is dit een mens
Auteur: Primo Levi
Uitgeverij: Maarten Muntinga BV, Amsterdam
Uitgegeven: 1958 (eerste Nederlandse druk: 1987)
Aantal pagina’s: 254
Oorspronkelijke taal: Italiaans
Oorspronkelijke titel: Se questo è un uomo
Vertaald naar Nederlands:Frida De Matteis-Vogels
Genre: Autobiografische roman
Thema: Tweede Wereldoorlog, de dood, geheimen
De auteur
Primo Levi heeft het boek Is dit een mens geschreven. Hij was een Joods-Italiaanse schrijver en schreef vooral korte verhalen, gedichten en romans. Bovendien was hij scheikundige en ook een overlevende van de Holocaust.
Levi is als scheikundige afgestudeerd aan de Universiteit van Turijn (1941). Niet veel later, op 21 februari 1944 om precies te zijn, werd hij gedeporteerd naar het kamp Monowice (een van de concentratiekampen van Auschwitz). Primo Levi was een van de enige die de uitroeiing had overleefd.
Na de bevrijding besloot hij terug te keren naar Italië. Daar diende hij even als een industrieel chemicus aan de SIVA chemische fabriek in Turijn, maar hij begon al snel met schrijven. Hij schreef vooral over zijn ervaringen in het kamp Monowice. In “is dit een mens” beschrijft hij het kamp en hoe mensen onder verschrikkelijke omstandigheden moesten overleven. Het draait voortdurend maar om één vraag: is dit een mens (vandaar ook de titel). Het is dus ook een autobiografische roman.
Primo Levi schreef nog een aantal andere boeken, waaronder “het respijt”. Op 67-jarige leeftijd stierf hij, maar de manier waarop is onduidelijk (de een zegt dat het een zelfmoord is en andere denken dat hij van de trap is gevallen).
Gebruikte bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Primo_Levi
Twee recensies
Is dit een mens van Primo Levi
Recensie door Ellen IJzerman
Ik ben van ‘na de oorlog’ maar niet van heel ver daarna: 1960. Mijn vader heeft in Rotterdam de oorlog meegemaakt, mijn moeder in Groningen. Zelf hebben ze er nooit veel over verteld, maar natuurlijk ben ik wel opgegroeid met de beelden en de verhalen van ‘de oorlog’. Dat was onvermijdelijk, zeker als je opgroeit in Rotterdam. Primo Levi's beroemde boek Is dit een mens, dat hij geschreven heeft vlak nadat hij als een van de weinige overlevenden Auschwitz had verlaten, had ik nog niet eerder gelezen. Ter gelegenheid van de 22ste druk, die vorige maand bij J.M. Meulenhoff is verschenen, heb ik het boek dan eindelijk gelezen.
Het werd een vreemde ervaring. Ondanks alles wat ik over de oorlog en met name over de concentratiekampen gelezen en gezien heb, ondanks de geschiedenislessen op school, de jaarlijkse dodenherdenking en alle aandacht die dat elk jaar weer krijgt in de media, ondanks dat alles, kwam wat Levi in dit boek vertelde op mij over als een surrealistische vertelling. Het was alsof ik een dystopische roman aan het lezen was. Ik moest mezelf er telkens weer aan herinneren dat dit niet de fantasie van een schrijver was, maar dat dit echt gebeurd is: het Lager heeft bestaan. Die afschuwelijke, onvoorstelbare, ontmenselijkte wereld heeft bestaan.
Het is donker en het sneeuwt; het is niet eenvoudig om overeind te blijven, en nog moeilijker om in de pas en in het gelid te blijven lopen; zo nu en dan struikelt er iemand voor ons en rolt in de zwarte modder, en dan moet je oppassen om niet op hem te trappen en om weer op je plaats in de rij te komen.
Er is geen ruimte voor medemenselijkheid; je helpt een vlak voor je gevallen mens niet overeind; je past alleen op dat je niet op hem trapt. Het meest beangstigende van deze passage, is dat je die handelwijze bijna begrijpt tegen de tijd dat je het leest. De man kan niet anders en zelf zou je het ook niet anders doen. Hoe hopeloos het leven in het Lager is, wordt nergens duidelijker beschreven dan op het moment waarop Levi vertelt dat er al die tijd in het kamp twee regels, geschreven door een vriend van hem, door zijn hoofd heen speelden:
‘....tot het op een dag
geen zin meer zal hebben te zeggen: tot morgen.’
‘Zo is het hier. Weet je, lezer, hoe je ‘nooit’ zegt in het kampjargon? “Morgen früh”.’
Aan het eind van het boek zijn diverse voorwoorden van Levi bij andere edities en andere boeken opgenomen. In het voorwoord en het besluit van De verlorenen en de geredden (1986) vertelt hij over SS-ers die hun gevangenen vertellen dat, hoe de oorlog ook zal aflopen, niemand zal geloven dat dit bestaan heeft. Ook al zouden er overlevenden zijn die het vertellen, niemand zal hen geloven. Ook al worden er overblijfselen van kampen gevonden, niemand zal het geloven. Ze hebben bijna gelijk gekregen, want het is werkelijk en letterlijk onvoorstelbaar wat daar heeft plaatsgevonden. Maar het is gebeurd en mag nooit meer gebeuren. Daarom moet dit boek gelezen worden; niet alleen nu, maar telkens weer.
Ook slechte kampgetuigenissen lovend onthaald
Recensie door Gie van den Berghe
RECENSIE In 'Is dit een mens' beschreef Primo Levi wie wel en niet overleefde in Auschwitz. Wie alle bevelen opvolgde en zich tot zijn rantsoen beperkte, kwam binnen de kortste keren van honger om. Hoofdweg voor overleving was een plaatsje bij de Prominenz, in kampjargon de gevangenen die profiteerden van de door de SS gedelegeerde macht. Het kamp-plebs moest het geheel op eigen krachten halen.
Als voorbeeld van een overlever beschreef Levi onder anderen de jonge Henri, een ,,bij uitstek beschaafd en bewust levend mens, die een complete, organische theorie heeft ontwikkeld over hoe je in het Lager kunt overleven''. ,,Hij is pas tweeëntwintig, buitengewoon intelligent, spreekt Frans, Duits, Engels en Russisch en heeft een voortreffelijke wetenschappelijke en klassieke opleiding gehad. Zijn broer is afgelopen winter in de Buna gestorven (de IG-Farbenfabriek in Auschwitz-III of Buna-Monowitz red.) en vanaf dat ogenblik heeft Henri alle gevoelsbanden verbroken; hij heeft zich in zichzelf opgesloten als in een pantser en vecht voor zijn leven zonder zich door iets te laten afleiden.''
Soms had Levi het gevoel dat er een band met Henri groeide, iets menselijks, maar lang duurde dat nooit, Henri ging altijd ,,weer op in zijn jacht en zijn strijd; hard en afstandelijk, opgesloten in zijn pantser, de vijand van alle mensen, onmenselijk sluw en ondoorgrondelijk als de slang uit Genesis''. Levi wist dat Henri het gehaald had, hij zou er veel voor gegeven hebben 'om zijn leven als vrij mens te kennen' maar wou 'hem niet terugzien'.
Enkele jaren geleden herkende Paul Steinberg zich in Henri. Hij geeft toe dat een paar details in Levi's typering niet kloppen; hij was geen tweeëntwintig maar amper achttien, hij had geen brede literaire en wetenschappelijke ontwikkeling. Maar hij was, zoals Levi schreef, destijds baardloos, sprak vier talen, had bevoorrechte contacten en konkelde om in de gunst te staan van machtige gevangenen.
Er is wel meer dat niet klopt. Steinbergs broer kwam niet in Auschwitz om, maar zat veilig en wel in Engeland. Geen probleem voor Steinberg: 'Mijn broer, tijdens de winter van 1943-1944 in het kamp gestorven: Philippe'. Philippe Hagenauer was géén broer maar een medegevangene waarmee Steinberg vriendschap sloot.
Levi beschreef hoe Henri de Engelse krijgsgevangenen, die voeding en sigaretten op overschot hadden, inpalmde door medelijden op te wekken. Henri verwierf het monopolie op de handel in goederen van Engelse herkomst. Steinberg heeft het alleen terloops over de krijgsgevangenen en zwijgt over deze voor Levi's Henri zo belangrijke overlevingsmethode.
Levi heeft het goed gezien, schrijft Steinberg, ,,waarschijnlijk was hij dat door het overlevingsidee benevelde wezen (...) opgesloten in zijn pantser'' inspelend op 'het medeleven van de machtigen', 'een eenzame strijder, koud en berekenend'. Maar er waren, zegt hij, verzachtende omstandigheden die Levi's vonnis misschien hadden kunnen ombuigen.
Steinbergs boek werd in elf talen vertaald en bijna overal lovend onthaald. Merkwaardig toch hoe bij de beoordeling van kampgetuigenissen het kritisch vermogen wordt uitgeschakeld. Literair en historisch gezien is 'De bokswedstrijd' een middelmatig egodocument. Alles werd eerder en beter door andere overlevenden verhaald. Het boek staat vol overbodige details, is te expliciet en heeft weinig diepgang. Steinberg kaart filosofische en morele kwesties aan die hem boven de pet gaan. Het is een slordig boekje, met nogal wat onjuistheden.
Bijvoorbeeld: Volgens Steinberg maakt 'geen enkel geschrift melding van dromen in Auschwitz'. Dromen was te kostbaar, verspilling van levensenergie. Maar nogal wat Auschwitzoverlevenden hebben over hun dromen bericht. Sommigen hadden seksuele, 'freudiaanse' dromen, anderen droomden van vervolging, verschrikking en dood.
Wat meer is, in het door Steinberg herlezen 'Is dit een mens' heeft Primo Levi het op indringende wijze over een repetitieve Auschwitzdroom: Zijn zuster en vrienden zijn er, hij vertelt over het kamp, de honger, de luizencontrole, de mishandelingen. Hij geniet mateloos van het terug-thuis-zijn. Maar dan blijkt dat zijn verhaal hen compleet onverschillig laat. Ze praten met en door elkaar over andere dingen, alsof hij er niet is. Zijn ,,zuster kijkt hem aan, staat op en gaat zonder iets te zeggen weg''. Ook hier heeft Steinberg Levi niet goed gelezen.
Zelfgemaakte sonnet - "Kippenvel"
Kippenvel op mijn huid
Wanneer ik denk aan die tijd
Die tijd van wanhoop
Van leed, van smart
Een klein briesje
Terwijl ik zit
In de tuin, in de zon
En af en toe een wolk
Maar telkens weer
Telkens bij die wolk
Dan kom jij terug
Onophoudelijk, mijn hele leven lang
Die gedachte, die herinnering
Kippenvel
Drie toepasselijke gedichten
Ik hou mijn kop omhoog
door Marian van Zwienen
Ik hou mijn kop omhoog
Mijn schouders recht en mooi
Hou mijn beiden ogen droog
En mijn gezichtje in de plooi
Niemand die van mij dan weet
Wat ik denk en wat ik voel
Situaties die ik zoal meed
Dat zijn er best een heleboel
Ik hou mijn adem vast
En niemand die het ziet
Ondanks deze zware last
Vind ik een weg in mijn verdriet
Ik hou mijn kop omhoog
Maak een grapje af en toe
Hou mijn beiden ogen droog
Iets dat ik eigenlijk altijd doe
Niemand die van mij dan weet
Wat mijn gedachten zoal zijn
Confrontaties die ik veel al meed
Hoe ik omga met de pijn
Ik hou mijn kop omhoog
En mijn schouders mooi en recht
Hou mijn beiden ogen droog
Zodat niemand weet van mijn gevecht
Van binnen ben ik best wel kwaad
Maar steek m’n kop steeds in het zand
Doordat ik hier niet over praat
Lijkt er meestal weinig aan de hand
Ik hou mijn schouders recht en mooi
Me voor de buitenwereld sterk
Mijn gezichtje in de plooi
Alles samen best veel werk
Men vraagt hoe het met me gaat
Meestal zeg ik het gaat best
Zodat er weinig wordt gepraat
En niemand weet heeft van de rest
Ik hou mijn kop omhoog
Mijn schouders mooi en recht
Mijn beiden ogen droog
Dit is eigenlijk niet echt
Maar wat is dan een goed idee
De hele dag maar treurig zijn
Dat is water dragen naar de zee
En dat is toch voor níémand fijn
Ik hou mijn kop omhoog
En zeg het gaat wel best
Van binnen hou ik het niet droog
Want daar heb ik te dealen met de rest!
Mijn schouders recht en mooi
Hou mijn beiden ogen droog
En mijn gezichtje in de plooi
Niemand die van mij dan weet
Wat ik denk en wat ik voel
Situaties die ik zoal meed
Dat zijn er best een heleboel
Ik hou mijn adem vast
En niemand die het ziet
Ondanks deze zware last
Vind ik een weg in mijn verdriet
Ik hou mijn kop omhoog
Maak een grapje af en toe
Hou mijn beiden ogen droog
Iets dat ik eigenlijk altijd doe
Niemand die van mij dan weet
Wat mijn gedachten zoal zijn
Confrontaties die ik veel al meed
Hoe ik omga met de pijn
Ik hou mijn kop omhoog
En mijn schouders mooi en recht
Hou mijn beiden ogen droog
Zodat niemand weet van mijn gevecht
Van binnen ben ik best wel kwaad
Maar steek m’n kop steeds in het zand
Doordat ik hier niet over praat
Lijkt er meestal weinig aan de hand
Ik hou mijn schouders recht en mooi
Me voor de buitenwereld sterk
Mijn gezichtje in de plooi
Alles samen best veel werk
Men vraagt hoe het met me gaat
Meestal zeg ik het gaat best
Zodat er weinig wordt gepraat
En niemand weet heeft van de rest
Ik hou mijn kop omhoog
Mijn schouders mooi en recht
Mijn beiden ogen droog
Dit is eigenlijk niet echt
Maar wat is dan een goed idee
De hele dag maar treurig zijn
Dat is water dragen naar de zee
En dat is toch voor níémand fijn
Ik hou mijn kop omhoog
En zeg het gaat wel best
Van binnen hou ik het niet droog
Want daar heb ik te dealen met de rest!
Bron: http://www.leesgedichten.nl/levens-gedicht/ik-hou-mijn-kop-omhoog-14642/
Toelichting
Toelichting
Dit boek past bij “Is dit een mens”. De kern van dit gedichtje gaat over sterk zijn, over overleven, over menselijke emoties. Daarom vond ik dit toepasselijk en heb ik het gekozen. In “Is dit een mens” wordt de overlevingsdrang sterk naar voren gehaald. Er wordt beschreven over dat de mensen, de gevangenen, sterk moesten blijven en dat het allemaal om een ding draaiden: blijf leven.
“Ik hou mijn kop omhoog”. Dat is de titel van dit korte gedicht. Dat kenmerkt zich, in mijn ogen, voor moed, sterk zijn en gewoon gaan. Dit symboliseert strijdkracht en strijdkracht is een woord, wat in beide werk goed past.
Innerlijke pijn
door Tine de Jong
Mij is nooit geleerd
hoe ik moet overleven
van wat ik vroeger heb meegemaakt
Als ik er aan denk
voel ik weer de pijn
en moet ik weer overgeven
Mij is geleerd
dat ik moest zwijgen
van hetgeen mij was aangedaan
in mijn zo jeugdige leven
Weet soms nu nog niet
hoe ik er mee om moet gaan
Mij is geleerd
wie zoet is die ontvangt
maar wat ik heb ontvangen
geeft mij soms nog veel pijn
Zelfs in het heden
blijft het om mij heen hangen
Dat verleden en mijn innerlijke pijn
Bron: http://www.leesgedichten.nl/verdriet-gedicht/innerlijke-pijn-8246/
Toelichting
Innerlijke pijn. Precies een goede omschrijving van mensen uit de holocaust. Nu zijn het oude mensen, met een stralend gezicht en een warme glimlach. Mensen waarvan je denkt dat ze niet zo veel pijn kennen, maar toch daadwerkelijk het pijnlijkste hebben meegemaakt. Dat is precies waarom dit gedicht zo’n “magnetische” connectie heeft met “is dit een mens”.
In het boek verteld Primo Levi over zijn ervaringen in de Holocaust, hij kijkt terug op z’n leven. Terug op een afschuwelijke periode van verdriet, narigheid en leed. Hij draagt nog altijd die innerlijke pijn met zich mee. Vandaar dit gedicht.
Verdronken vlinder
Door Catherine Boone
Drijven op een zee van verdriet
Zwarte vlek, geen golven en wind
Droom over mens met gelukkig leven
terwijl ik verstrengeld zit tussen de algen.
Hier had ik niet op gerekend dat
mijn vleugels besmeurd zijn met olie
Er is geen stuk landje in de verte of van
dichtbij te bespeuren, probeer te overleven.
Het hart klopt laatste herinneringen
die een voor allen in rook zullen opgaan
Heel breekbaar en broos om mij te openen
Met veel moeite kan ik mijn eigen slagen tellen.
Noodkreet van een eenzame vlinder
in de hoop dat ooit iemand het zal horen
Laatste restantje liefde stroomt via de aders
Bevrijd mij, vooraleer ik voorgoed zal verdrinken.
Bron: http://www.leesgedichten.nl/verdriet-gedicht/verdronken-vlinder-13414/
Toelichting
Persoonlijk vind ik dit een erg mooi gedichtje. Als ik dit lees, lijkt het alsof je aan het verdrinken bent in je eigen verleden, je eigen strijd en je jezelf “kwijt” bent. Daarom vind ik dit zo geschikt voor “is dit een mens”.
In het boek probeert hij zijn frustraties over de holocaust te “uiten”, maar gedurende het lezen merk je dat die frustraties nooit weg zullen gaan. Ze zullen altijd bij hem in het krijt staan en hij zal zijn hele leven ermee moeten leven. Vooral de eerste alinea sloot goed aan. Dat kun je goed vergelijken met de tijd die hij in het kamp heeft gezeten.
Mening
De tweede wereldoorlog is enorm belangrijke gebeurtenis die we absoluut niet mogen vergeten. Een tijd die zich kenmerkt door horror. Geen wonder dat daar al zo veel boeken en films over zijn gemaakt. Het heeft een hele invloed gehad op de maatschappij, en ik denk nu nog steeds.
Dat is een van de redenen waarom ik besloot om dit boek te gaan lezen. Ik vind het altijd erg fascinerend om naar mensen te luisteren die de Holocaust hebben meegemaakt en daarom wilde ik dit gaan lezen. Iemand die zijn gedachten op papier heeft gezet.
Bovendien hou ik van afwisseling en vond ik het wel een leuk om een keer een autobiografische roman te gaan lezen. Meestal zit er wel een beetje fantasie in boeken gemixt, maar over de Tweede Wereldoorlog valt niet te fantaseren. Dat was gewoon de keiharde realiteit.
Je kunt, als je lui bent, natuurlijk ook een film gaan kijken, maar ik denk dat als je dit boek leest dat je dan nog meer geëmotioneerd raakt, omdat Primo Levi zijn belevingen goed weet te vertalen naar letters en zinnen. Je raakt ontroerd en dat is erg knap als je dat met je boek kunt bereiken.