maandag 2 februari 2015

Literatuurgeschiedenis


Ik heb voor opdracht B gekozen.

Opdracht B.1.
Drie zelf te kiezen opdrachten van literatuurgeschiedenis.nl over deze periode. Ga hiervoor naar www.literatuurgeschiedenis.nl en log in met VSC-V5, wachtwoord 2014-2015. Hier staan meerdere opdrachten vermeld waarvan jij er drie kiest. Deze opdrachten vormen je kennismaking met deze periode.
 Dit zijn de thema’s die ik heb gekozen:
  • Vernieuwing op het toneel;
  • Roman in brieven;
  • Kinderliteratuur
Opdracht B.2.
Een boekbespreking van een Nederlands verlicht werk, dit werk komt op je lijst. Kies een Nederlands werk uit deze periode en vergelijk dat met informatie die je vindt over Candide, Gulliver’s travels of Robinson Crusoë – belangrijke Europese literatuur uit deze periode. Deze boekbespreking beslaat 500-700 woorden bevat de volgende elementen:
  • Beknopte over auteur en het werk
  • Samenvatting van maximaal 25 woorden
  • Vergelijking met buitenlands werk op drie punten. Kies uit:
    • Plaats;
    • Handeling;
    • Personages;
    • Perspectief;
    • Thema/motto;
    • Structuur
  • Je eigen mening
Het Nederlandse werk dat ik gekozen heb heet “Reize door het aapenland – J. Schasz”. Ik ga deze vergelijken met Robinson Crusoë.

Opdracht B.1
Vernieuwing op het toneel

Opdrachten en antwoorden
  1. Waarom bloeit het toneelleven in de Noordelijke Nederlanden minder dan in de Zuidelijke Nederlanden?
     
    Antwoord:
     
    Rond de 18e eeuw was het noorden van Nederland grotendeels protestants en het zuiden was vooral Katholiek. In het noorden was de druk van de Protestantse kerk erg groot. Zij vonden het toneel “zedenbedervend”.  Ook op feestdagen en zondagen werd nooit toneel gespeeld. Zelfs de meest bekende schouwburg van Nederland, die zich in Amsterdam bevond, draaide bij voorkeur Frans-classicistische toneelstukken.  Daarin mochten absoluut geen religieuze of politieke aspecten/kenmerken in zitten, want dat leidde tot ruzies. Door dit anti-toneel beleid, werden er maar weinig toneelstukken geschreven en opgevoerd.
     
    In het zuiden van Nederland daarentegen, die Katholiek was, werd juist veel aan toneel gedaan. Dat werd nog niet in echte theaters opgevoerd want die bestonden nog niet, maar vooral in herbergen, kermissen en jaarmarkten. Veel jongeren en ouderen deden mee aan het toneel. Zo ontstonden ook toneelgezelschappen. De toneelstukken gingen vaak over bloedige, religieuze, katholieke materlaarsdrama’s.
     
    Dit is dus de reden waarom het toneelleven in het Noordelijke Nederlanden minder bloeit dan in het zuiden.

  1. Waarom waren burgelijke treurspelen modern?
     
    Antwoord:
     
    Burgelijke treurspelen waren modern omdat deze niet meer over religieuze onderwerpen gingen, zoals bijvoorbeeld over Bijbelse helden als Achilles of David. Het ging bij treurspelen om het leed van normale burgers in de moderne tijd. Het gevolg was dat het publiek zich beter kon herkennen in de personages. Een van de eerste treurspelen bevatten onderwerpen die ervoor zorgde dat mensen andere geloven  gingen respecteren, ofwel religieuze tolerantie.  
     
  2. Lees de auteurspagina over Pieter Langendijk en het terzijde over het Frans-classicisme. Waarom zou Langendijk voornamelijk over de liefde hebben geschreven?
     
    Antwoord:
     
    Pieter Langendijk kan je zien als de bekenste blijspeldichter van de 18e eeuw. Voor zijn gedichten analyseerde hij de gehele samenleving, elke stand en elk detail. Pieter was een Frans-classistische schrijver.
     
    Het Frans-classicisme is een stroming die ontstond rond het jaar 1660. Het was een stroming met als doel de literatuur te vernieuwen. Er golden destijds altijd “klassieke voorschriften”, maar die waren volgens hen oudbollig. Zij vonden dat het tijd was voor verandering en maakten nieuwe regels, wat inhield dat de schrijver van een verhaal zich aan de eenheden van plaats, tijd en handeling moest houden. Bovendien schreven ze niet over politiek en religie.
     
    Er zijn een aantal redenen waarom Pieter Langendijk over de liefde heeft geschreven. Een van die redenen is dat hij zelf geen vlam had in zijn leven. Hij vond het kiezen van een partner erg lastig in de tijd “zonder contactadvertenties, relatiebemiddelingsbureaus, chatboxen”. Bovendien trouwde Pieter pas erg laat. Desalniettemin schreef hij hierover: dat mensen zich mooier voordoen dan dat ze in werkelijkheid zijn, alsof hij veel ervaring had in de liefde.
     
    Een andere reden kan zijn dat de Frans-Classisisten niet schreven over politiek en religie, waardoor ze “gedwongen” werden over andere onderwerpen te schrijven. Aangezien Pieter Langendijk ook Frans-Classisistisch was, schreef hij daar dus niet over. De meest voorkomende onderwerpen waren dan thema’s zoals liefde.
Sara Burgerhart: Roman in brieven
Opdrachten en antwoorden
  1. De briefroman wordt ook wel aangeduid als roman-nieuwe stijl. Wat is nieuw aan de briefroman?
     
    Antwoord:
     
    In de briefroman gaat het om de gedachten, pyschologie, gevoelens en ontwikkeling van het personage. Bovendien werden er, door elkaar brieven te sturen, gesprekken gevoerd.
     
    Bij avonturenromans ging alles om de anekdotes en avonturen. Dit zorgde ervoor dat de briefroman een totaal nieuw fenomeen was. Vandaar dat het ook wel wordt aangeduid als roman-nieuwe stijl.
     
  2. Waarom zijn brieven zo geschikt om een verhaal te vertellen?
     
    Antwoord:
     
    Brieven zijn geschikt om een verhaal te vertellen, omdat je op deze manier veel persoonlijke informatie te weten komt over de hoofdpersonen. Bovendien raak je meer in aanraking met de gevoelens en situaties. Doordat bij brieven meerdere personen betrokken zijn, wisselt de schrijfwijze en het gezichtspunt. Dat is gunstig, omdat dit een drijfveer is om verder te lezen en om spanning te ontwikkelen.

  1. De les die Wolff en Deken hun lezeressen voorhouden zou je kunnen omschrijven als “eerst denken, dan doen”. Lees de tekstpagina Sara Burgerhart. Wat had Sara moeten denken of doen? Wie vind je naïver, Sara of R.?
     
    Antwoord:
     
    Ik vind dat Sara Burgerhart naïever is. Sara is zich er niet van bewust dat er ook mensen zijn die nare bedoelingen hebben, die ongevoelig en harteloos kunnen zijn. Zonder na te denken en geen idee te hebben van de consequenties, spreekt ze af met rokkenjager R. Als ze een beetje had nagedacht, had ze makkelijk kunnen bedenken dat het niet slim is om in je eentje met iemand af te spreken die je nog niet door en door kent. Het is handiger om iemand mee te nemen. Daarnaast sprak ze af buiten de stadspoorten, terwijl ze wist dat de stadspoorten na zonsondergang gingen sluiten.
     
    De les die je kan omschrijven als “eerst denken, dan doen”, heeft ermee te maken dat Sara pas achteraf haar fouten inzag. Als ze eerst had nagedacht over dit afspraakje, had ze bepaalde situaties kunnen voorkomen.
Kinderliteratuur
Opdrachten en antwoorden
  1. Waarom waren de kindergedichten van Van Alphen zo succesvol?
     
    Antwoord:
     
    Van Alphen was de eerste Nederlandse schrijver die een Nederlands boek schreef, dat bestemd was voor kinderen (hij was een van eerste schrijvers die Nederlandse boeken schreef,  die niet vertaald waren vanuit een buitenlandse taal). Ook schreef hij diverse kindergedichten. Daarin probeerde hij de kinderen, in kindertaal, kennis te laten maken met de herkenbare Nederlandse problemen.  Elk gedichtje eindigde in een levensles met weer een andere betekenis. De uiteindelijke functie van de gedichten was dat kinderen opgroeide tot beschaafde, welgemanierde burgers met een gezond verstand.
     
    Doordat de gedichten gingen over verschillende maatschappelijk problemen,  hielpen ze niet alleen de kinderen in hun latere leven, maar ook ouders konden leren van zijn gedichten. Hierdoor waren de gedichten van Van Alphen zo succesvol.

  1. Leg uit waarom kinderliteratuur eigenlijk net zo leerzaam was voor ouders als voor kinderen.
     
    Antwoord:
     
    De kindergedichtjes, die in eerste instantie geschreven en bedoeld waren voor kinderen, zorgde ervoor dat kinderen bekend raakten met problemen in de maatschappij en in oplossingen leerden denken, wat erg leerzaam was. Plus, de wijze les op het einde van elk gedichtje was leerzaam voor zowel de kinderen als de volwassenen.
     
    Vaak werden de gedichtjes voorgelezen door de ouders. Daar maakten veel schrijvers gebruik van. Zo konden ze gemakkelijk hun standpunten overbrengen. Hier konden de ouders dan ook weer veel van leren, omdat ze aan het denken worden gezet (zonder al te veel moeite lezen veel mensen je mening, en laat je jouw visie op de wereld zien). Ouders maken hierdoor vergelijkingen, niet alleen met hun kinderen, maar ook met de verschillende standpunten. Dat kan leiden tot leermomentjes.
     
    Dat zijn de redenen waarom kinderliteratuur net zo leerzaam is voor ouders als voor kinderen.

  1. Lees de tekstpagina De kleine Grandisson. De schrijfster wil met dit boek kinderen het goede voorbeeld te geven. Leg aan de hand van Karels avontuur uit wat er zo goed of bijzonder is aan zijn gedrag.
     
    Antwoord:
     
    Karel Grandisson was opgevoed in een keurige familie. Hij had nog een gehoorzaam zusje en een iets brutale broer. De schrijfster, Margareta Cambon-Van der Werken, probeert met dit verhaal het goede voorbeeld te geven, omdat Karel een gewonde man red die van zijn paard was gevallen. Karel biedt hulp aan en verzorgd de man aan zijn verwondingen.
     
    De zak met goud, die hij eerder had gekregen en bewaard, wilde hij later weer terug geven aan zijn vader. Op het moment dat hij het weer terug wil geven, zegt zijn vader: “Dan is die voor jou mijn zoon”. Kortom, Karel wordt beloont vanwege zijn eerlijke, gepaste en goedhartige gedrag.
     
    Dit verhaal probeert kinderen eraan te herinneren dat je niet hebzuchtig en begerig moet zijn, maar dat je met goed en openhartig gedrag veel meer bereikt in het leven.


Opdracht B.2

J. Schasz - Reize door het aapenland
 
Algemene informatie
Auteur:            Gerrit Paape (pseudoniem  J. Schasz)
Titel:               Reize door het aapenland
Jaar:                1788
Pagina’s:         127
Plaats:             Nijmegen
Thema’s:         18e eeuw, politiek, reizen, maatschappij
Genre:             Reisroman
Uitgever:         Vantilt
De auteur
De auteur van Reize door het aapenland is Gerrit Paape. Gerrit Paape was een dichter, romanschrijver, rechter, columnist en journalist. Hij was een patriot, trots op zijn vaderland en bereid om daarvoor te dienen. Gerrit schreef vooral over de actualiteit en de politiek, waardoor er al snel een strijd ontstond tussen de patriotten en de orangisten.

Gerrit is geboren op 4 februari 1752 in Delft. Hij groeide op in een arme familie. Al snel werd duidelijk dat Gerrit erg goed kon tekenen en omdat zijn familie wel een zakcentje kon gebruiken, leverde zijn vader hem af bij een aardewerkfabriek. Na een aantal jaren werd hij ontslagen en ging hij aan de slag als bediende bij de Kamer van Charitate. Dat was de plaatselijke instelling voor de zorg van de arme mensen. Vanaf 1794 leefde hij in verschillende plaatsen als Antwerpen, Brussel en Duinkerken, waar hij zijn geld bij elkaar  smokkelde als secretaris.
In 1795, toen de Bataafse Revolutie was afgelopen, kreeg Gerrit een bestuurlijke rol als president van de Centrale Vergadering. Op een gegeven moment nam de populariteit van de patriotten, waartoe hij behoorde, af. Er ontstonden conflicten tussen het Provinciale Bestuur en het Hof van justitie. Hij nam ontslag, en ging aan de slag met schrijven.

Gerrit Paape schreef vooral over zijn politieke overtuiging en om zijn maatschappelijke ambities niet in de weg te zitten, schreef hij onder het pseudoniem J.A. Schasz M.D. Deze bedacht hij zelf en soms “steelde” hij ze van andere schrijvers, wat hij had gedaan met Reize door het Aapenland. Die naam was namelijk een aantal jaar eerder bedacht door Pieter ’t Hoen, een andere patriotse schrijver.

Op 7 december 1803 overleed hij.
Samenvatting (max. 25 woorden)

Reize door het aapenland gaat over de hoofdpersoon die zijn naasten laat verdrinken, omdat hij geen keuzes kan maken. Hij besluit te vluchten naar het “aapenland”.

Titelverklaring

De titel van dit boek, “Reize door het aapenland”,  is erg logisch en duidelijk. Het verhaal gaat immers over de hoofdpersoon die eerst naar en vervolgens door het aapenland gaat reizen. Vandaar de titel van het boek.

Vergelijking Reize door het aapenland met Robinson Crusoë

Auteur:            Daniel Defoe
Titel:               Robinson Crusoë (oorspronkelijk: The life and strange adventures of Robinson Crusoe)
Jaar:                1719
Pagina’s:         304     
Taal:                Engels
Genre:             Avonturenroman
Uitgever:         Penguin Pockets

Robinson Crusoë gaat over een jongetje, genaamd Robinson. Hij is erg nieuwsgierig en heeft enorm veel interesse in de zee. Zijn ouders vinden dat te gevaarlijk. Op een dag moet hij van een medewerker van zijn vaders bedrijf een boodschap doen waarvoor hij naar de haven moet vanwege een handtekening van een kapitein. Na de handtekening te hebben gezet, zegt de kapitein dat hij op het schip mag rondkijken.

Na een tijdje te hebben rongelopen valt hij in slaap op het schip. Terwijl hij wakker wordt, beseft hij dat hij midden op zee zit. Na een storm op zee verdrinkt elke aanwezige van het schip, behalve Robinson. Hij komt op een eiland terecht. Na een tijdje komt hij erachter dat er kannibalen zijn, met een menselijk slachtoffer. Robinson jaagt ze weg en raakt bevriend met het mensenlijk slachtoffer “vrijdag”.

Na een tijdje komt er een schip langs het eiland. Vrijdag en Robinson weten de aandacht van het vaartuig te trekken en worden gered.

Het leven ging vervolgens gewoon weer verder en Robinson nam de zaak van zijn vader over en start hij met het schrijven van avonturenverhalen.

Hij overleed op 24 april 1731.
  • De overeenkomst/vergelijking:
De grootste overeenkomst die Reize door het aapenland en Robinson Crusoë hebben is, dat het allebei imaginaire reisverhalen zijn. Een imaginair reisverhaal wil zeggen dat het verhaal gaat over een reis, die niet werkelijk heeft plaatsgevonden. Het is dus allemaal gefantaseerd.

De tijd waarin beide boeken zijn geschreven, verschilt niet veel. Ze zijn geschreven in de 18e eeuw, tijdens de periode van de verlichting. Dat betekende ook dat de onderwerpen niet gingen over politiek en religie, maar over fictie en een autobiografieën. Beide verhalen gaan over reizen, reizen naar “een andere wereld”. Daarenboven zijn ze chronologisch geschreven. Ze beginnen allebei in een eigen woonplaats, daarna gaan ze “op reis” en vervolgens eindigt het weer in de eigen woonplaats.
Een ander opmerkelijk detail is dat ze allebei in het ik-perspectief zijn geschreven. Je leest het verhaal door de ogen van de hoofdpersonen. De mening van anderen krijg je alleen te weten als de ik-persoon met die mensen praat.

Je kunt dus de conclusie trekken dat zowel op het gebied van tijd, perspectief, verhaallijn, handeling en structuur beide verhalen nogal een verband met elkaar hebben. Het enige grote verschil is de taal waarin het is geschreven. Reize door het aapenland is Nederlands en Robinson Crusoë is Engels.

De idee

De idee is het doel van een boek. Dit boek heeft als hoofddoel het bekritiseren en het belachelijk maken van de maatschappelijke samenleving. Het aapenland kan je goed vergelijken met de 18e eeuwse samenleving. Gerrit heeft dit slim aangepakt omdat je door “het gebruik van apen” niet meteen de verbinding maakt met de, destijds, menselijke samenleving.

Je kunt duidelijk merken dat dit boek is geschreven in de tijd van de verlichting. In de tijd van de verlichting begonnen mensen te denken met hun eigen verstand en ze namen niet alles meer klakkeloos over van de kerk, ze durfden hun eigen mening te vertellen. Het was ook wel de tijd van kritisch denken.

Reise door het aapenland is dus een typisch boek uit die tijd omdat het kritiek gaf op de samenleving door middel van hekeldicht, satire. De belangrijkste boodschap is dan ook dat de gouveneurs, koplopers en leiders zelf kritisch moesten nadenken en niet gewoon moesten “opvolgen”.

Mening
Vergeleken met andere boeken gedurende de 18e eeuw, valt Reize door het aapenland natuurlijk erg op. Op de voorkant van het boek poseren dieren alsof ze mensen zijn. De omslag vat al een deel van het boek samen: het gaat over een reis naar het aapenland, naar een “apenmaatschappij”. Kortom: verbeelding, fantasie en gedaantevervorming.
Ondanks dat het boek een grote imaginatie bevat, vond ik dat het op manier is geschreven waardoor het nog redelijk realistisch leek, het is eigenlijk een sprookjesverhaal voor volwassenen met een uitgebreid, duur en Oud-Hollands woordgebruik.
De enige onderschatting die ik heb gemaakt, is dat ik dacht dat je dit boek eenvoudig, vlot en probleemloos leest. Het tegendeel is echter waar: omdat het een boek is uit 1788 zitten er best een aantal pittige zinnen in vanwege het oude Nederlands. Verder is het gewoon een plezierig en vermakelijk boek om te lezen.
Bronvermelding

Dit zijn de bronnen die mij geholpen hebben om informatie op te zoeken:


 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten