Literatuurgeschiedenis
Deze
opdrachten heb ik samen gemaakt met Eva Metz en Aimée van Zelm, behalve de
opdracht waarbij je moest vertellen waarom Vondel, Huygens en Hooft nu nog
steeds belangrijk zijn.
Joost van den Vondel
o
17 november 1587 Keulen – 5 februari 1679
Amsterdam
o
Beroemdste schrijver gouden eeuw
o
Hij kwam uit protestants milieu, maar koos in
1640 voor het katholicisme
1. Noem ten minste twee redenen waarom Vondel
al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
1. Vondel heeft veel gebeurtenissen uit de Gouden
Eeuw becommentarieert.
2. Hij koos vaak duidelijk voor een partij, wat af
en toe zorgde voor ophef. Daardoor werd zijn naam bekend.
2. Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur
als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk
van hun pen kunnen leven.
Toen Vondel kousenhandelaar was verdiende hij goed. Maar toen ging hij failliet en kreeg hij een baantje bij de Amsterdamse Band van Lening. Nu verdiende hij niet zo veel en ook kochten er niet veel mensen in die tijd boeken waardoor hij er niet van kon leven.
Toen Vondel kousenhandelaar was verdiende hij goed. Maar toen ging hij failliet en kreeg hij een baantje bij de Amsterdamse Band van Lening. Nu verdiende hij niet zo veel en ook kochten er niet veel mensen in die tijd boeken waardoor hij er niet van kon leven.
3. Zoek zelf achtergrondinformatie bij het
gedicht Het stockske.
a. Welke gebeurtenis
wordt hier door Vondel beschreven?
Er
wordt hier een gebeurtenis ui 1619 beschreven. In dit jaar werd
het leven van
Johan van Oldenbarnevelt, een raadspensionaris van de Staten-Generaal
beëindigd.
b. In het
gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt
Vondel deze techniek?
Vondel gebruikte metaoren om personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid uit te drukken in personages.
Vondel gebruikte metaoren om personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid uit te drukken in personages.
c. Welke
boodschap wilde hij met het gedicht geven?
Dat
een andere partij schuld had.
d. Kun je
het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
Ja,
dit kan in het Vondel-museum te Amsterdam.
Christiaan Huygens
o
14
april 1629 Den Haag – 8 juli 1695 Den Haag
Opdracht 1
Onderzoek via
allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de
zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers en
verschijningsdatum. Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal
tien stukken. Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij
het komisch toneel horen. Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek
onder komisch toneel hebt verstaan. (soms kan het zijn dat er maar een of een
paar uitgevers staan. Dit komt omdat een aantal stukken door dezelfde uitgever
zijn uitgegeven. Van een aantal stukken is de uitgever niet zeker bekend.)
Auteur
|
Stukken
|
Datum
|
Uitgeverij
|
Gerrit Hendricxsz van
Breughel
|
-
Cupido's Lusthof einde van amoureuse Boogaert
-Boertige kluchten
|
1613
1613
|
Cloppenburch
voor L. E. Bosch
|
Jan Janzsoon Starter
|
- Wthegheven by de
Nederduytsche Academi
- Timbre de Cardone
|
1618
1618
|
Friesche Lusthof
|
Johannes Frederik
Haverman
|
-W.D. Hooft en zijne
kluchten
|
1895
|
‘s Gravenhage
|
Abraham Bormeester
|
-A. Bormeesters
Zijtje Fobers
|
1647
|
Alleen gedrukt voor
de liefhebbers, na de orginele kopie.
|
Pieter Bernagie
|
- De Huwelyken Staat
- De belachelyke Jonker
- Het studente-leven
|
1684
1684
1684
|
|
Jillis Noozeman
|
-Lichte Klaartje
-De berooide student
-Bedrogen dronkaard
|
1645
1650
1650
|
Bert Bakker
|
Willem Godschalck van
Focquenbroch
|
-De verwarde jalousy,
Blyspel
-Klucht van de weyery
-Klucht van Hans
Keyenvresser
-Thalia, of geurige
sanggodin
|
1663
1665
1665
1665
|
Willem Godschalck van Focquenbroch
|
Thomas Assselijn
|
-De kwakzalver
|
1692
|
Van Gorcum
|
Ysbrand Vincent
|
-Pefroen met het
schaapshoofd
-Det leevendige doode
|
1691
1716
|
Uitgeverij Te
Amsterdam
|
Pieter de la Croix
|
-De meid juffrouw
|
1685
|
Zomer&Kreuning
|
Willem Ogier
|
-Droncken Heyn
-Dit spook
-De gramschap
-Haet en Nydt
|
1742
|
A Olofzen in de
Gravestraat in ’t Wit gekroont Musiek-boek
|
Joan de Grieck
|
-Het Brussels klucht
tooneel
|
1700
|
Bert Bakker
|
Constatijn Huygens
|
-Trijntje Cornelis
-Zedeprinten
-De uytlandighe
herder
-Zee-straet
|
1657
1624
1623
1667
|
Prometheus/Bert
Bakker
|
Gebrand
Adriaanszoon Bredero
|
-De klucht van den
Molenaer
-De klucht van de koe
-Symen sonder
Soeticheydt
-Den Molenaar
|
1613
1612
1619
1613
|
Meulenhoff
Zutphen
Zutphen
|
Samuel Costers Teeuwis de Boer
|
-Isabella
-Boereklucht
-Duytsche Academi
-Warenar
|
1612
1612
1619
1617
|
De Arbeiderspers
De Arbeiderspers
|
Pieter Langendijk
|
-Don Quichot op de
Bruiloft van Kamacho
-De zwetser
-Het wederzijdse
huwelijksbedrog
-Quincampoix of de
windhandelaars
|
1711
1712
1713
1720
|
Thieme Zutphen
Malmberg Den Bosch
Uitgeverij Taal &
Teken
By de erven.
|
Gerit Komrij
|
- Ik heb goddank twee
goede longen
- Fabeldieren
-Averechts
-Tutti-frutti
|
1971
1975
1980
1972
|
Meulenhoof
De Harmonie
De Arbeiderspers
De Arbeiderspers
|
Gerard Reve
|
-Terugkeer
-Tien vrolijke
verhalen
-Commissaris Fennedy
-De taal der liefde
|
1940
1961
1962
1972
|
Uitgeverij Conserve
Van Oorschot
Van Oorschot
De bezige Bij
|
Zoekstrategie: wij hebben gebruik gemaakt van het internet, voornamelijk van de informatie die op literatuurgeschiedenis.nl staat.
Komisch toneel: word ook wel blijspel genoemd. Het is een theaterstuk met als doel het publiek te amuseren en vermaken.
Opdracht 2
Leg uit wat een
puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens
Een puntgedicht is een heel kort gedichtje, een snel gedichtje
met een geestige gedachte. Twee voorbeelden uit het werk van Huygens zijn
‘Drucker’ en ‘Quacksalver’.
Drucker.
Van 'tKeiserlicke
Hof tot de Schaepherders Kluijs
Tracht ijeder
vred' en vreughd en vrijheit te gewinnen;
Ick ben de man
alleen van averechtse sinnen,
Die staegh om perssing
en om druck wensch in myn huijs
Quacksalver
Ick steeck mijn'
stouten voet in der Doctoren Schoen,
En danss'er met
voor 'tvolck, soo dat het oude seggen
Door mijn'
vertieringen licht is om wederleggen:
Wat dunckt u, Boeren,
is 't met seggen niet te doen?
Opdracht 3
Schrijf twee
originele puntdichten
Gedicht 1:
Volgroeiing
Daar sta je dan;
Groot en volgroeid;
Als een echte volwassen man;
Met een slimme kop;
En een hart van goud;
Alsof mijn broer nooit veranderd is;
En de tijd gewoon heeft stil gestaan.
De gedachte van dit gedicht is, is dat je veel van je
bijvoorbeeld, in dit geval, van iemand kan houden.
Gedicht 2:
Tijd
Zo sluw als een vos:
Telkens weer een seconde voorbij
Nooit meer het oudste;
Nooit meer het jongste;
Tijd tikt, gaat verder;
Net als het leven.
Dit gedicht gaat over de tijd; over dat er dingen voorbij
gaan en dat je moet genieten, want tijd vliegt, gaat heel snel.
Pieter Corneliszoon Hooft
o
16 maart 1581 Amsterdam – 21 mei 1647 Den Haag
1.Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft
met zijn werk wilde
uitdragen? Noem er drie.
uitdragen? Noem er drie.
1. Hooft wilden duidelijk maken dat het landsbelang
boven eigen belang stond en dat de ondergeschikte goed moet worden behandeld.
2. Hooft wilde dat Nederland ook de kunst van de
renaissance zou gaan leren kennen. Daarom focuste Hooft op de modernisering van
de Nederlandse literatuur toen hij terug kwam van Italië en Frankrijk naar
Amsterdam.
3. Hij had ook vooral humanistische ideeën
3. Hij had ook vooral humanistische ideeën
2. Lees het Deuntje, op deze pagina, dat
begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de
rol van Jan en de rol van Sijbrecht in dit lied.
De rol van jan: hij is verlieft op Sijbrecht, alleen Sijbrecht gelooft hier niet
helemaal in.
De rol van Sijbrecht: ze is een voorbeeld hoe je je niet zou moeten
gedragen in een relatie. Ze is erg dominant en maakt misbruik van de wil
van Jan door een relatie te krijgen. Ze mishandelt Jan en zegt dat hij haar
moet verdragen, als hij echt Reine Liefde voor haar heeft.
De rol van jan: hij is verlieft op Sijbrecht, alleen Sijbrecht gelooft hier niet
helemaal in.
De rol van Sijbrecht: ze is een voorbeeld hoe je je niet zou moeten
gedragen in een relatie. Ze is erg dominant en maakt misbruik van de wil
van Jan door een relatie te krijgen. Ze mishandelt Jan en zegt dat hij haar
moet verdragen, als hij echt Reine Liefde voor haar heeft.
b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met
de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Dat pure liefde niet vergaat.
Dat pure liefde niet vergaat.
3. Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief,
mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina
(Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
1. Ze rijmen op de zelfde manier.
2. De onderwerpen van de sonnetten gaan bijna
altijd over liefde. En het verdriet en de pijn omdat het vaak onbereikbare
liefde is.
3. De sonnet van Hooft is geschreven uit twee
perspectieven, de bovenstaande sonnetten zijn geschreven vanuit één
perspectief.
b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels
die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’
gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
1. Sonnet: een veertienregelig gedicht. Het heeft 4
coupletten, van 4, 4, 3, 3 regels. De inhoud heeft een wending , vaak na de
achtste versregel. Een sonnet was origineel en individualistisch, je kon er je
gevoelens mee uiten.
2. De sonnetten voldoen aan de algemene regels,
want ze hebben 14 regels en een wending in de inhoud.
Vondel, Huygens en Hooft nu
Leg uit waarom Vondel
, Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden worden binnen de Nederlandse
literatuur. (150+ woorden in goed Nederlands)
Inmiddels zijn we bijna drie eeuwen verder, en nog steeds worden
de namen Vondel, Huygens en Hooft gebruikt . Daarbij kun je ze regelmatig
tegenkomen (De P.C. Hooftstraat en het Vondelpark in Amsterdam bijvoorbeeld).
Aangezien deze mensen een hele tijd geleden leefden, kun je
de indruk krijgen dat het onbegrijpelijke en veel te ouderwetse werken zijn.
Echter, het zijn wel drie schrijvers die een grote invloed hebben gehad op de Nederlandse
literatuur (als er na een paar eeuwen je naam nog steeds genoemd wordt, moet je
bovengemiddeld goed zijn).
Vondel, Huygens en Hooft waren drie totaal verschillende
schrijvers die allen een bijdrage leverden aan een vernieuwing in de
schrijfwereld. Alle drie hadden ze een “unieke”
kwaliteit, wat voor onderscheidt zorgden (ze durfden hun ideeën te delen
met de buitenwereld).
Joost van den Vondel was iemand die zich richtte op de
lezer, in plaats van op zichzelf. Bovendien kwam hij met een gedichten en
verhalen waarin hij tegen de plannen van de koning inging; iets wat eigenlijk
onacceptabel was.
Constantijn Huygens was een zeer getalenteerde dichter en
schrijver, die in veel verschillende genres kon schrijven, iets waar veel
schrijvers een voorbeeld aan konden nemen. Hij was ook degene die begon met het
maken van kluchten.
Pieter Corneliszoon Hooft is erg bekend geworden vanwege
zijn vernieuwingen in zijn poëzie. Hooft mixte de Italiaanse en de Franse
cultuur en gaf daar een eigen draai aan. Hij wordt daarom ook wel de
grondlegger van de echte serieuze literaire cultuur van de Nederlandse taal
genoemd.
Deze drie verschillende schrijfwijzen hebben er voor gezorgd
dat er veel verschillende combinaties mogelijk zijn in de literatuur. Eerst
mochten schrijvers alleen maar over bepaalde onderwerpen schrijven, maar
Vondel, Huygens en Hooft hebben ervoor gezorgd dat deze muur als het ware is
‘afgebroken’, waardoor er meer vrijheid kwam voor het schrijven over diverse
ideeën en onderwerpen. Dankzij hen is er
een soort van ‘basis’ gelegd. De basis die nog altijd gebruikt wordt. Dat maakt
dat Vondel, Huygens en Hooft nog zo interessant zijn tegenwoordig .