zondag 13 oktober 2013

Boekverslag De Aanslag

Auteur: Harry Mulisch
Titel: De aanslag
Jaar van uitgifte: 1982
Aantal pagina’s: 254
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam
Genre: Oorlogsroman


Over de auteur
Harry Mulisch is geboren in 1927. Zijn vader was oorspronkelijk Oostenrijks en zijn moeder was joods. Na een scheiding, bleef Harry Mulisch bij zijn vader wonen.
Het thema dat vaak bij het werk van Harry te zien is, is oorlog. Hij zei zelf dat hij de oorlog eigenlijk niet heeft meegemaakt, maar dat hij de oorlog is. Voor hem was de oorlog een moeilijke tijd aangezien zijn vader de Duitsers hielp, maar tegelijkertijd moest zijn moeder onderduiken omdat zij joods was.
De aanslag is een groot succes geweest. Ook heeft Fons Rademakers een film gemaakt van het boek en hiermee heeft hij een Oscar gewonnen (beste niet-Amerikaanse film)
Harry Mulisch was niet alleen goed is schrijven maar hij schreef bijvoorbeeld ook poëzie, theaterstukken, tijdgeschiedenis enzovoort. 
In 1977 kreeg hij de P.C. Hoofdprijs en in 1995 ontving hij de Prijs der Nederlandse letteren

Harry Mulisch overleed op 30 oktober 2010 in Amsterdam. Hij was toen 83 jaar. 


Een recensie
Veel romans van Harry Mulisch beginnen met een ijzersterk eerste hoofdstuk. Denk aan de vermakelijke vriendschap tussen Harry en Hein Donner in 'De ontdekking van de hemel', of aan het idiote interview met de beroemde schrijver die veel van Mulisch heeft, in 'Siegfried'. De lezer schurkt zich in haar leesstoel en begrijpt dat zij de hele nacht verder moet lezen.

'De aanslag' (1982) begint met een spannend, goedgeschreven en aangrijpend hoofdstuk over een avond in januari 1945 in een villawijk van Haarlem. De familie Steenwijk -vader, moeder, twee zonen- begint net een potje Mens-erger-je-niet als er buiten zes schoten vallen.

Door hun raam zien ze dat er iemand van zijn fiets is geschoten en dat buren het lijk voor het huis van de Steenwijks sjouwen. Peter, de oudste zoon, rent naar buiten en staat even later met het pistool van de neergeschoten politieman in de huiskamer van die buren. De Duitsers komen. Ze vermoorden als represaille de ouders en de broer van Anton Steenwijk en steken hun huis in de brand.

De twaalfjarige Anton brengt een nacht door in de cel waar ook de vrouwelijke helft van het paar aanslagplegers gevangenzit. Hij spreekt daar met haar over de aanslag, maar kan haar in het donker van de cel niet zien. Zij wordt geëxecuteerd. Anton wordt naar Amsterdam gebracht, door een Duitser. Die Duitser heet Schulz -misschien om Vestdijk te pesten (zie 'Het kanon' van 14 mei 2005, over 'Pastorale 1943'). Anton gaat bij zijn oom en tante wonen.
Natuurlijk had na de bevrijding in mei 1945 alles direct opgehelderd kunnen worden. Toen kon men immers de manlijke aanslagpleger die ontsnapt was, de buren die het lijk versleepten, en de inwoners van de drie andere villa's ondervragen, misschien zelfs de Duitsers die de moord op drie onschuldige mensen op hun geweten hadden.
Maar dat gebeurt niet. Het lijkt alsof het Anton en ook zijn oom, de broer van zijn vermoorde moeder, niet interesseert.

Onwaarschijnlijk? Zulke dingen gebeurden. En bovendien: het geeft aan de schrijver Harry Mulisch de gelegenheid om in vier hoofdstukken, die spelen in 1952, 1956, 1966 en 1981 de ouder wordende Anton Steenkamp zelf langzaam de vragen aangaande de ware toedracht en de schuld van het drama te laten beantwoorden.

In elk van die vier hoofdstukken ontmoet Anton een van de medespelers in het drama die een draadje van de knoop losmaakt: een buurvrouw, de zoon van de neergeschoten politieman, de andere aanslagpleger, en ten slotte de dochter van de buren die het lijk verplaatsten. De laatste antwoordt op de vraag: ,,Waarom versleepten jullie het lijk niet naar het andere buurhuis?'': ,,Omdat daar drie joodse onderduikers zaten''.

Dat getal 3 lijkt even te wijzen op de rekensom: 5 doden bij die buren is erger dan 3 doden bij de familie Steenwijk, maar de echte rekensom, die toen nog niet gemaakt hoefde te worden maar nu wel, was natuurlijk: drie zekere doden is erger dan een aantal onzekere doden.

Aan het eind van het boek weten wij en Anton de waarheid. Veel moeilijker is het vraagstuk van de schuld. Bij Vestdijk was in 'Pastorale 1943' het liquideren van een Nederlandse verrader nog een heldendaad.
Hier komt de vraag naar voren: had het verzet geen rekening moeten houden met de consequenties van hun aanslag? De aanslagpleegster zei in januari 1945 in hun cel tegen de 12-jarige Anton: ,,Wie het gedaan heeft, heeft het gedaan, en niet iemand anders.'' Zesendertig jaar en 170 bladzijden later zegt Anton tegen zijn dochter: ,,Iedereen heeft gedaan wat hij heeft gedaan en niet iets anders.''

Ik kan wel gaan zeuren over kleine Mulischiana als de terugkerende dobbelsteen, die bijna een zelf-parodie op 's schrijvers verslaafdheid aan symbolen lijkt, op de initialen AS (Archibald Strohalm, Anton Steenwijk, AanSlag) die vaak als as aan het eind van hoofdstukken neerdwarrelt, op de verafgoding van de Nederlandse hogere stand enerzijds en de Nederlandse communisten anderzijds, alsof die twee samen het Hollandse volk vormen.
Maar liever zeg ik dat 'De aanslag' het beste Nederlandse boek is over de naweeën van de Duitse bezetting. Het eerste hoofdstuk blijft vanwege zijn gewelddadige inhoud de lezer het meeste bij, maar dat wil niet zeggen dat de volgende hoofdstukken minder goed geschreven en minder spannend zijn.


De samenvatting van het plot

In de laatste episode van het boek zijn Anton en Saskia gescheiden. Anton is later weer hertrouwd met Liesbeth. Liesbeth studeert kunstgeschiedenis. Anton is een man die goed verdient en die meerdere huizen heeft. Af en toe merk je dat Anton ineens heel apart reageert, en soms komt dit door de trauma’s van de oorlog die hij heeft opgelopen als 12-jarige. Hij is soms opeens sprakeloos of staart hij.

Na de relatie met Liesbeth, krijgen ze een kind, Peter. In 1978 gaat Anton samen met zijn dochter van Saskia terug naar Haarlem. Hij laat haar van alles zien, waaronder waar hij gewoond heeft en het monument. Hij merkt op dat op de plek waar zijn huis stond, nu een bungalow is gebouwd. Zijn dochter is erg geïnteresseerd en geeft soms handig advies aan haar vader. 

In 1981 is er een vredesdemonstratie. Hij komt Karin Korteweg tegen. Karin is zijn oude buurmeisje. Karin verteld wat er allemaal is gebeurd. Ook hoort hij dat zijn broer Peter is neergeschoten door de Duitsers. Anton krijgt antwoord op de vraag waarom het lijk voor hun huis is neergelegd. Meneer Korteweg heeft dit gedaan, omdat hij bang was voor zijn eigen hagedissen en bij de familie Aarts wilde hij het niet leggen, omdat daar drie joden ondergedoken zaten. 



Hoofdpersonen.

De enige echte hoofdpersoon in dit verhaal is Anton Steenwijk. Gedurende het verhaal groeit hij op, maar door de oorlog heeft hij een trauma gekregen. Hij is steeds bezig met de oorlog die hij heeft meegemaakt toen hij 12 jaar oud was. Van het ene op het andere moment veranderd zijn humeur. Hij wordt meestal stil, en je merkt dat hij over de oorlog denkt. Hij doet wel moeite om zijn verleden af te sluiten, maar het gaat moeilijk. Soms is het ook moeilijk aan hem te merken welke emotie hij nou voelt.

Wat me erg in dit boek is opgevallen is dat sinds het spelletje mens-erger-je-niet dat werd gespeeld voordat er een aanslag plaatsvond, Anton de hele tijd een dobbelsteen bij zich heeft.


Mening

Toen ik de aanslag voor het eerst zag, was mijn eerste oordeel dat dit een saai en niet interessant boek zou zijn. Het verbaasde mij dan ook dat er miljoenen boeken van verkocht zijn. Normaal gesproken spreken dit soort boeken mij namelijk niet aan, ik lees liever een thriller als bijvoorbeeld de hongerspelen.

De tweede wereldoorlog is natuurlijk een erg belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis die niet vergeten mag worden. Het is afschuwelijk wat er toen is gebeurd. In dit verhaal stap je als het ware in de schoenen van Anton Steenwijk. Hierdoor lijkt het alsof je het zelf meemaakt. Bij geschiedenis leer je wel wat er precies is gebeurd, wie wat veroorzaakte en dat het vreselijk was voor de mensen, maar in dit boek krijg je ook te maken met emoties. Dit komt omdat het grootste gedeelte van het boek verteld wordt in de naam van Anton.  

Eenmaal in het boek begonnen, was het helemaal niet zo erg om te lezen. Het was eigenlijk best leuk. Niet in de zin van leuk leuk, maar dat het een verhaal is die mooi is geschreven. Mijn enigste punt van kritiek is dat ik vond dat het af en toe een beetje te langdradig wordt verteld.

Er is ook een film gemaakt van de aanslag. De trailer van deze film vind ik dan ook erg gepast voor een bron die ik bij het boek vind passen.

Mijn herschreven einde
Na de vredesdemonstratie, liep Anton naar de bus om vervolgens naar huis te gaan. In een hoekje zag hij een oude meneer gehurkt tegen een boom zitten. Zijn gezicht was somber en hij bleef maar staren hetzelfde bruine takje dat naast zijn voeten lag. Anton liep recht op de man af. Vlak voordat Anton bij de man was, misschien vanaf een meter afstand, keek de man hem met doordringende blik aan. Dit was hem, dit moest hem zijn. Één twinkeling in de heldere ogen van de man was genoeg. Dit was de man die leiding had gegeven bij de vergelding.

Anton kreeg meteen een beeld van hoe de man eruit zag en tegelijkertijd werd zijn hoofd overspoeld met nare gedachten van zijn verleden. Anton bleef verstijfd staan tegenover de man. Na een tijdje kwam er weer enige beweging in het lichaam van Anton. Als hij nog op tijd wilde zijn voor zijn bus, zou hij nu nog een sprint moeten trekken. Maar het tegenovergestelde gebeurde, de man maakte een handgebaar dat Anton naast hem moest gaan zitten. Het leek wel een commando. Braaf ging hij ging naast de man in kleermakerszit zitten. Het spijt me, waren de eerste woorden die hij zacht uitsprak. Plotseling kreeg Anton een woedend gevoel van binnen. Hij kon de man wel slaan, zo boos was hij. Maar langzaam ebde dat gevoel weg.

Nu hij naast de man zat, en zijn verhaal had gehoord snapte hij het wel. Maar toch, dankzij de bevelen van de man zijn zijn ouders er nu niet meer. Wist hij veel dat hij anders vermoord werd. Nu had de man niets meer. Dankzij de nare gebeurtenissen die tijdens de oorlog zijn gebeurd, waarvan hij de oorzaak was, wilde niemand hem meer spreken.

Je weet wat ik nu van plan ben te doen hè? Had Anton gezegd. Ondanks dat hij al zijn hele leven een wraakgevoel heeft, was het moeilijk om dit tegen een oude man te zeggen die hem met smekende ogen aankeek.

Anton belde het oorlogstribunaal van Den Haag. Het was toevallig dat ze in de buurt waren, dus enkele minuten later arriveerden ze in de straat. Mannen in uniformen stapten uit het busje uit en sloegen de autodeuren met een klap dicht. Een van de mannen kwam langzaam dichter bij de man. Met gestrekte vingers gleed de hand van de man in uniform langs het gezicht van de oude man. Toen de hand bij zijn kin was aankomen, drukte hij zijn gezicht langzaam omhoog. Met strenge blikken keken ze elkaar recht in de ogen aan. Een handgebaar was genoeg om de rest van de mannen in uniform dichterbij te halen. ‘Neem hem mee’, riep een van de mannen.

Anton wilde er verder niet veel meer mee te maken hebben, dus liep hij langzaam weer naar de bus die er pas over een halfuur weer was. Een van de mannen zag hem weglopen en rende achter hem aan. Plotseling voelde Anton een sterke hand op zijn schouder. Hij draaide zich om. ‘Bedankt voor je hulp. We waren al een tijdje naar hem op zoek. Hij heeft veel gebeurtenissen op zijn geweten’. Zonder enige emotie antwoordde Anton terug: ‘Ach, nu kan hij niemand meer kwaad doen, maar de gevolgen van hem die invloed hebben gehad op mijn leven, zal ik nooit meer vergeten…’